Gewijzigde berekeningen voor plafond groepsverzekering en IPT

Boekhouding & fiscaliteit

De zelfstandige die werkt vanuit een vennootschap kan een individuele pensioentoezegging (IPT) afsluiten als ideale aanvulling op het wettelijk pensioen en het Vrij Aanvullend Pensioen voor Zelfstandigen (VAPZ). Het kapitaal dat opgebouwd wordt op grond van deze overeenkomst, mag ten hoogste een pensioenuitkering genereren die – in jaarlijkse rente uitgedrukt – 80% bedraagt van de laatste normale brutojaarbezoldiging. De 80%-grens geldt voor de som van uw wettelijk pensioen en alle aanvullende pensioenen van de tweede pijler.

Brutojaarbezoldiging

Omdat de laatste normale brutojaarbezoldiging nu nog onbekend is, wordt er elk boekjaar rekening gehouden met de bezoldiging van het betreffende jaar. Enkel de regelmatig, ten minste om de maand betaalde bezoldiging en voordelen van alle aard tellen mee voor de berekening. Als in de toekomst de bezoldiging stijgt, kan de opbouw van het verzekeringskapitaal op dat moment evenredig bijgestuurd worden.

Geschat wettelijk pensioen

Hoeveel wettelijk pensioen u later zal ontvangen, is op dit moment evenmin gekend. De fiscus hanteerde in het verleden als raming steeds 25% van het bruto

inkomen, met een minimum en maximum (voor 2022 minimum 17.332,32 euro en maximum 18.363,64 euro). 



Voor gepresteerde jaren tot 2020 bedroeg het pensioen voor zelfstandigen slechts 69,15 % van het pensioen van werknemers. Sinds de afschaffing van deze correctiecoëfficiënt , is de raming door de fiscus fors veranderd en dit met ingang van boekjaar 2021. De wettelijke 80%-regel is dus niet gewijzigd. Wel is de raming door de fiscus van het wettelijk pensioen fors opgetrokken, en wel op 2 manieren. 



Voortaan dienen we volgens de administratie in de raming van het wettelijk pensioen 2 periodes te onderscheiden. Het deel van de loopbaan tot 2020 en het deel vanaf 2021. De berekening dient pro rata te gebeuren voor het aantal jaren van de loopbaan.



Voor het eerste deel van de loopbaan blijft de raming behouden op 25%, maar het plafond voor de pensioenopbouw is niet langer 18.363,64 euro, maar opvallend verhoogd tot 38.250,00 euro. Wie nu een loon heeft van meer dan (18.363,64 euro * 4) 73.454,56 euro, ziet de raming van het wettelijk pensioen voor die periode stijgen. Aan de ondergrens voor het minimumpensioen werd niet geraakt.



Voor het tweede deel van de loopbaan is niet alleen dat hogere plafond van 38.250,00 euro van toepassing, maar wordt nu rekening gehouden met een raming van het wettelijk pensioen op 50% van de brutojaarbezoldiging. Voor dit tweede deel van de loopbaan zal de raming dus veelal verdubbelen. Door de afschaffing vanaf 2021 van de correctiecoëfficiënt 69,15% voor de pensioenopbouw van zelfstandigen, zullen hun pensioenen op termijn verhogen met 45%, terwijl de administratieve raming nu 100% stijgt.

Voorbeeld



Een gehuwde bedrijfsleider is tot 2020 al 15 jaar actief als zelfstandige met een vennootschap. Vanaf 2021 tot de pensioenleeftijd van 67 zal hij nog 30 jaar

werken. Zijn totale loopbaan bedraagt 45 jaar. Zijn bezoldiging is 100.000 euro. Volgens de oude methode kan hij maximaal een pensioenkapitaal opbouwen

van 992.370,05 euro. Volgens de nieuwe methode daalt het maximum naar 743.301,80 euro, een verschil van net geen 250.000 euro.

  • Oude berekening: (100.000 * 80% - 18.363,64) * 45/45 * 16,1004 = 992.370,05 euro
  • Nieuwe berekening : ((100.000 * 80% - (100.000*0,25*15/45) – (38.250 * 30/45)) * 16,1004 = 743.301,80 euro



Werk voor uw accountant 

Eind augustus was er een aanvullende circulaire van de administratie. Zelfs voor de boekjaren 2021 die al afgesloten zijn, wordt er een escape aangereikt. De te veel betaalde premie voor 2021 blijft aftrekbaar als ze in 2022 uit de kosten gehaald worden (via over te dragen kosten). Ook de reeds betaalde premie voor 2022 moet getoetst worden met de (nieuwe) 80%-grens en het te veel gestorte gedeelte dient overdragen naar het volgende boekjaar. Afhankelijk van de berekeningen in de komende jaren, kan die over te dragen kost op dat moment toch in kosten genomen worden. Bij de afwerking van boekjaar 2022 moet dit goed opgevolgd worden. De attesten van de verzekeraars zullen hierbij onmisbaar zijn.

Patrick Staes,

fiscaal adviseur

VOKA - West-Vlaanderen, ondernemers, editie december 2022

voka.be/publicaties

Download het artikel hier