Sinds 2002 bestaat in België een tax shelter-wetgeving voor de audiovisuele sector. Deze regeling combineert investeringen in de audiovisuele sector (filmproducties en aanverwante realisaties) met een fiscale vrijstelling in de vennootschapsbelasting voor de investeerder. Deze maatregel heeft de voorbije jaren een groot succes gekend, en heeft aanzienlijk bijgedragen tot de groei van de audiovisuele sector in ons land.
Na de stijging van de roerende voorheffing op dividenden van 15% naar 25%; na de mogelijkheid om toch als kleine onderneming nieuwe aandelen te creëren die onder voorwaarden dan toch weer recht geven op 15% roerende voorheffing bij dividenduitkering; na de stijging van de liquidatiebonus van 10% naar 25%; na de eenmalige overgangsmaatregel van de “interne liquidatie”; komt de regering opnieuw met een nieuwe maatregel: “de liquidatiereserve”.
Sinds 1/1/1998 werd het KI op materieel en outillage (M&O) bevroren. Alle nieuwe investeringen in M&O zijn dus sinds 1998 vrijgesteld. Enkel investeringen in tweedehands-M&O zijn niet vrijgesteld. Daarom zagen sommige bedrijven niet altijd de noodzaak om de administratie op de hoogte te houden van nieuwe aanschaffingen in M&O. Sinds een aantal jaar echter kan een correcte aangifte van mutaties in M&O weldegelijk tot een belastingbesparing leiden.
De BTW-aangifte dient ten laatste de 20ste ingediend te worden tenzij deze dag in het weekend of op een feestdag valt. Dan wordt de indieningstermijn verlengd tot de eerstvolgende werkdag. De betaling volgt dezelfde termijn maar er is een significant interpretatieverschil met name welke datum dient in acht genomen te worden: geldt de datum van betaling of geldt de datum van ontvangst bij de BTW-diensten te Brussel?
Op 1 januari gaan een hele reeks nieuwe maatregelen van start. Andere dingen veranderen dan weer. Hierna een overzicht.
Ingevolge een advies van de Europese Commissie, heeft de administratie beslist zich, met ingang van 01/01/2016, te beperken tot de toepassing van de gewone BTW-regels. Dit heeft tot gevolg dat alle rechtspersonen die als bestuurder, zaakvoerder of vereffenaar van een vennootschap optreden, zich als BTW-belastingplichtige zullen moeten laten identificeren, en dit zonder keuzemogelijkheid.
De bevoegdheid voor de belastingvermindering voor inbraak- en brandbeveiliging in de personenbelasting is door de zesde staatshervorming overgeheveld van de federale overheid naar de gewesten.
Dienstencheques geven een belastingvermindering op basis van een maximale aanschafprijs van € 1.400,00 per belastingplichtige. Wie dienstencheques koopt voor een hoger bedrag dan € 1.400,00 kan dit overschot niet overdragen aan zijn partner.
De persoon die zich als mandataris hoofdzakelijk bezighoudt met het dagelijks bestuur of de dagelijkse leiding van een vzw, wordt onweerlegbaar vermoed werknemer te zijn.